The Knitted Cast On

Knitted Cast On | Gebreide Opzet

The knitted cast on is a great technique to learn. It’s not difficult, and it has some advantages to the longtail cast on. When you started knitting, you probably learned the longtail cast on or the backward loop cast on, both of which are very easy to learn. The longtail cast on is the most widely used cast on, but it comes with its disadvantages. As the name suggests, you need a long tail before starting the cast on. If you need to cast on a large number of stitches, it gets more and more difficult to guess how long the tail should be. I’m sure many knitters (if not ALL knitters) have experienced the yarn tail being too short, and having to redo the cast on all over again.

With the Knitted Cast on, you start with a short yarn tail and a slipknot, and you create the next stitch by knitting into the slipknot and putting the new loop onto the needle. Each new stitch is created with the ‘ball yarn’ only, so the yarntail only needs to be long enough for you to sew it in later. The Knitted Cast on is also a little stretchier than the longtail cast on, but not much. It gives a very nice edge for stockinette and garter stitch knitting. Try it out!

Dutch – Nederlands:

De gebreide opzet is een geweldige techniek om te leren. Het is niet moeilijk, en heeft wat voordelen ten opzichte van de duim-en-wijsvinger methode, ook wel de ‘katapult’ methode genoemd. Toen je leerde breien heb je waarschijnlijk leren opzetten met de duim-en-wijsvinger methode, of de verdraaide lus methode. Beide zijn heel simpel om te leren. De duim-en-wijsvinger methode is waarschijnlijk dé meest gebruikte opzettechniek voor breien, maar het heeft zijn nadelen. Je hebt er een lang draadeinde voor nodig, en hoe meer steken je op moet zetten, des te moeilijker wordt het om in te schatten hoelang het draadeinde moet zijn. We hebben het allemaal wel eens meegemaakt dat het draadeinde te kort bleek te zijn, en dat je de opzet weer helemaal van voren af aan moet doen.

Met de Gebreide Opzet heb je een kort draadeinde nodig en een opzetlus, en je maakt de volgende steek door in de opzetlus te breien en de nieuwe lus op de naald te zetten. Elke nieuwe steek is gemaakt met het ‘bolgaren’, dus het draadeinde hoeft maar lang genoeg te zijn om weg te werken. De Gebreide Opzet is ook wat rekbaarder dan de duim-en-wijsvinger methode, maar niet veel. Het geeft een mooie rand voor tricot en ribbelsteek. Probeer het eens!